donderdag 11 juli 2019

Grote kaardebol



Komt oorspronkelijk uit Noord-Afrika (Maghreb), Voor-Azië en Europa, maar komt tegenwoordig overal in de gematigde streken voor.
De plant is tweejarig en kan 70–150 cm hoog worden. De bladeren zijn twee aan twee tegenoverstaand en de vergrote bladvoet werkt als opvangbakje voor water.
De lila bloempjes zijn klein en ongesteeld en staan bij elkaar op een hoge ineengedrongen tros (hoofdje). Ze hebben een 5–9 cm lange gemeenschappelijke 'kelk' (het omwindsel). Elk bloempje heeft naast een eigen vergroeidbladig omwindseltje ook nog een kelk van stijve haren. Een bloempje heeft vier meeldraden, één stamper en een onderstandig vruchtbeginsel met één zaadknop.
De bloei begint vanuit het midden van de bloeiwijze en bloeit tegelijk naar boven en beneden. Hierdoor zijn twee bloeiende ringen te zien.
De kaardebol produceert veel nectar en trekt daarom veel insecten zoals solitaire bijen en hommels. De zaden vormen een voedselbron voor zaad etende vogels, zoals putters.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten