dinsdag 16 juli 2019

Weideschaduwwants



Familie Miridae – blindwantsen: Een opvallende eigenschap van blindwantsen is het ontbreken van ocelli. Puntogen, waarvan veel wantsen (niet alle) er twee of drie op de kop hebben. (vandaar de naam blindwants). Biotoop: Bosranden, kaalslagen, akkers, wegbermen en ruderale plekken. Ontwikkeling: Eén of twee generaties in een jaar. Eerste generatie volwassen wantsen vanaf juni, tweede generatie volwassen wantsen vanaf september.. Overwintering: Als volwassen wants. Voedsel: Polyfaag: Allerlei kruidachtige planten en struiken. Bijvoorbeeld bijvoet (Artemisia vulgaris), ganzevoet (Chenopodium album), struikheide (Calluna vulgaris).

De wants wordt ongeveer 3 tot 6 millimeter lang en de kleur varieert sterk; zowel groene, bruine als rode exemplaren komen voor, ook de tekening kan sterk uiteenlopen. Toch is de soort zeer eenvoudig te herkennen aan het scutellum; het driehoekige schildje op het midden van de rug. De weidewants heeft hier een lichte hartvormige vlek die vrijwel altijd sterk afsteekt. Het lichaam is ovaal van vorm en vrij plat, de vliegvleugels steken aan de achterzijde duidelijk uit. De ogen, poten en de sprieterige tasters zijn meestal rood van kleur.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten