De lijsterbes zaait zich gemakkelijk spontaan uit.
Zoogdieren, vogels en insecten voeden zich met de bladeren, twijgen en bessen.
De wilde lijsterbes is meestal een kleine boom, niet groter dan 12 tot 15 meter
en niet ouder dan 80 jaar. In het voorjaar is de lijsterbes een van de eerste
boomsoorten in het bos die in het blad komt. Na het verschijnen van de bladeren
volgen de roomwitte, platte bloemschermen. De bloeitijd is mei-juni. In de
nazomer en herfst vallen de fel gekleurde, oranje of rode bessen op. De sterke
geur zorgt ervoor dat vooral aasvliegen en kevers de bloemen bezoeken. De
oudste vondst van zaden in ons land dateert uit het begin van onze jaartelling.
De wilde lijsterbes groeit vooral op voedselarme zand-,
veen- en leemgronden. Hij is een pionier in verschillende typen bos en kan
redelijk goed tegen schaduw. Door het meer extensieve bos-onderhoud neemt de
soort de laatste tijd toe.
Gebruik:
Het hout van de lijsterbes is elastisch, buigzaam en
tamelijk hard, maar gaat vrij snel kapot. Voor draaiwerk, snijwerk, vaten en
vezelplaten is het geschikt. Het loof en de schors bevatten hoge gehaltes aan
looistof.
Eetbaar:
De lijsterbes kan gegeten worden echter de onrijpe bessen
liever niet, die bevatten sorbinezuur. De bessen zijn bitter, maar bevatten
veel vitamine C. Bij zoete, rijpe lijsterbessen is het sorbinezuur verdwenen. Je
kunt de bessen koken of 10 uur in water met verdunde azijn leggen om het
sorbinezuur te laten oplossen.
Door de bessen te koken kan van de bessen stroop, gelei,
moes en jam worden gemaakt. Azijn kan worden gemaakt van het afkooksel van
gedroogde bessen. De bessen en brandewijn kunnen worden gestookt tot likeur.
Het blad bevat looizuur en kan gedroogd bloedstelpend werken.
Geneeskrachtige werking:
De bessen bevatten veel vitamines en zuren, waaronder
appelzuur en sorbinezuur. De vruchten worden gebruikt als geneesmiddel tegen
buikloop en dysenterie.
In (alle) bessen zitten antioxidanten in de vorm van
vitaminen A, C en E. Ze vernietigen vrije radicalen in het lichaam. Vrije
radicalen zijn stoffen die cel schade en DNA-schade aanrichten waardoor diverse
ziekten zoals kanker, diabetes en hart- en vaatziekten kunnen ontstaan. Bessen
zouden daarom preventief werken tegen al deze ziekten; het kan in elk geval
geen kwaad ze te eten als je al één van deze ziekten hebt. Er is geen
wetenschappelijk bewijs dat bessen geneeskrachtig zijn wanneer zich eenmaal een
ziekte heeft ontwikkeld. Preventieve werking van bessen lijkt echter wel
aannemelijk.
Bessen kunnen bij suikerziekte zinvol zijn door de
antioxidanten die zij bevatten en vanwege het feit dat bij eten van bessen geen
snelle stijgingen van de bloedsuiker optreden; de suikers worden gelijkmatiger
in het bloed opgenomen. Dat geldt voor alle fruitsoorten; eten van een
sinaasappel is beter voor een suikerpatiënt dan het drinken van een uitgeperste
sinaasappel of sinaasappelsap uit een pak. Niet alleen omdat de suikers minder
snel worden opgenomen maar ook omdat door het eten en kauwen sneller
verzadiging optreedt dan door het drinken van sap.
Bessen remmen de vorming van cholesterol plaques in de
bloedvaten waardoor de kans op een hart- of herseninfarct vermindert.
Bessen worden al duizenden jaren in Europa gebruikt tegen
diarree. De bacterie dodende werking van de vele fytonutriënten zoals tanninen
in bessen helpen daar aan mee.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten